Recensie: Edo Dijksterhuis
ARTISTIEK KANTOOR VOLK
Observaties uit Parijs
Paulien Oltheten bestudeerde de dagelijkse routines van Parijs kantoorvolk. In een performance licht ze haar vondsten toe.
In de sociologie wordt de werkwijze van Paulien Oltheten getypeerd als ‘participatieve observatie’. De kunstenaar begeeft zich tussen mensen, beweegt met ze mee, kijkt en registreert. Het zijn alledaagse dingen waar haar blik aan blijft haken. Zo maakte ze eerder werk over een parkbankje waar joggers komen stretchen, schuifelende bejaarden op Tsjechische straten en Japanse schoolklasjes op excursie.
Tijdens een werkperiode in Parijs kwam ze terecht in La Défense, een kantoorwijk met hoge gebouwen en grote, open vlaktes. “Parijzenaren gaan daar niet vrijwillig naartoe, die vinden het vreselijk lelijk”, vertelt Oltheten. “Maar ik vond het meteen prachtig. Ik was op zoek naar routines van mensen in de stad en had het vermoeden dat La Défense er bol van zou staan.”
In de avonduren volgde ze een cursus in een mimeschool die lesgeeft volgens de methode van acteur Étienne Decroux. “Tijdens de lessen bakte ik er niets van. Maar zijn technische bewegingsanalyses hebben mij sterk beïnvloed in de manier waarop ik kijk naar houdingen, posities en gebaren van mensen op straat. Het gaat over de kern van beweging, de invloed die beweging heeft op ruimte en andersom. Het maakt voor iemands gedrag uit of hij een plein oversteekt in enkele seconden of, zoals het geval bij La Défense, je er minuten over doet.”
Oltheten ging het kantoorvolk volgen dat dagelijks per roltrap de metro uitkomt. Ze zocht naar ritmes en visuele patronen, zoals buizen gedragen door twee loodgieters die perfect parallelle strepen vormen. Ze zoomde ook in op individuen. Zoals de man die steevast zijn attachékoffer draagt alsof het een baby is. Of een oudere bezitter van een rolkoffer die slecht ter been is en de kunstwerken op het plein gebruikt als tussentijdse rustplekken gedurende zijn tocht.
“Ik had een paar vaste punten waar ik iedere dag begon, mijn eigen routine”, beschrijft Oltheten. “Van daaruit kwam ik meestal al snel wat op het spoor waardoor ik afweek van mijn eerdere route en telkens iets nieuws ontdekte. Ik werk met toeval, ensceneer niets, maar gedurende twee maanden begonnen zich verhaallijnen te ontwikkelen.”
Haar bevindingen legde Oltheten vast op foto’s en videofilm. Ze verzamelde artefacten zoals papieren zakjes of een fotoalbum dat ze vond bij het grofvuil. Al dat materiaal is grondstof voor een performance in EYE. “Ik merkte op een gegeven moment dat mensen het prettig vonden als ik vertelde over de beelden. En het voelt logisch. Het is een soort hardop nadenken, zonder script en met iedere keer een andere uitkomst. Het heeft het zoekende dat ook in de beelden zelf zit.”
Gaandeweg de performance kijkt het publiek niet meer mee met de observator maar wordt Oltheten zelf onderwerp van het kijken. Je gaat letten op haar manier van praten, haar gebaartjes, de manier waarop haar zinnen soms halverwege wegsterven. En dat voegt weer een laag toe. “Er zit een boodschap tussen de beelden in”, geeft Oltheten toe. “Maar die is niet erg expliciet. Het is mijn taak te laten zien, het is aan anderen om dat uit te leggen.”
La Défense, A Live Video Essay: 25 november 14:00 in EYE
KADER:
In het kader van Amsterdam Art Weekend presenteert IDFA drie verzamelprogramma’s met videokunst. Het gaat om in totaal twaalf recente werken die een actuele dwarsdoorsnede vormen van het medium. Veteraan Erik Wesselo laat zich meedrijven in een rivier. Rijksakademie-alumnus Pauline Curnier Jardin legt een mysterieuze processie vast en combineert die met een drumsolo. Het werk dat Mohau Modisakeng maakte over de impact van de Zuid-Afrikaanse mijnbouw combineert politiek en poëzie. En Kate Cooper zet onze blik op scherp als het gaat om beeldmanipulatie in film en reclame.